De Romeinen veroveren een wereldrijk
Rome ontstond door een klein herdersdorpje in de buurt van Tiber. Rome had een beroepsleger die werd betaald door de stad. Volken waarvan de Romeinen gebied veroverd hadden moesten soldaten leveren. Als eerste veroverden ze andere volken in Italië. Dit konden ze met hun leger doen of door bondgenootschappen te sluiten. Als ze een volk veroverd hadden mochten hun hun meeste gewoontes behouden, hierdoor waren er weinig volken die zich verzetten tegen de Romeinen. In 264 voor Christus kwam Rome in conflict met Carthago. Om hun te verslaan bouwde Rome een sterke vloot. In 146 voor Christus werd Carthago definitief verslagen en vervolgens platgebrand. Tegen die tijd hadden de Romeinen al een groot deel van het Middellandse Zeegebied veroverd. Om hun rijk bouwden ze stevige houten forten. Door de groei van het rijk werd de bestuursvorm een probleem. Generaals zoals Julius Caesar luisterden niet meer naar het bestuur. In 50-58 voor Christus veroverde hij Gallië om vervolgens in het Romeinse rijk de rust terug te krijgen. Dat lukte hem en hij kwam daardoor als enige aan de macht. Dit was alleen van korte duur aangezien hij in 44 voor Christus werd vermoord. Daarna kwam een opvolgingsstrijd over wie de macht kreeg. Uiteindelijk kreeg de geadopteerde zoon van Caesar (Octavianus) de macht. Hij liet zichzelf keizer noemen afgeleid van het woord Caesar wat de Romeinen uitspreken als “kaisar”, hij heette toen keizer Augustus. Hij had de macht en zorgde voor vrede en rust in het rijk, ook wel de Pax Romana (Romeinse vrede). In 43 na Christus sloot Engeland zich definitief aan bij het Romeinse rijk.
Maak jouw eigen website met JouwWeb